Selecteer een pagina

In ons artikel van 19 oktober 2020 (https://www.deneflaw.be/nieuwe-verkeersprocedure-op-losse-schroeven) besteedden we reeds aandacht aan de betalingsbevelen van het O.M. in verkeerszaken, waarbij de Procureur buiten de Politierechtbanken om onbetaalde geldboetes kan laten innen.

Op dat moment stootte deze relatief nieuwe procedure met name in de Antwerpse Politierechtbank en Correctionele Rechtbank op bezwaren.

Meer bepaald werd tot in het begin van 2021 geoordeeld dat wanneer een verdachte (louter) ontvankelijk hoger beroep aantekende tegen een betalingsbevel, dit bevel als onbestaande moest beschouwd worden zonder dat de Politierechter (of de beroepsrechter) zich over de grond van de zaak kon uitspreken.  Met andere woorden: door louter hoger beroep aan te tekenen voor de Politierechtbank kon een verdachte vrijuit gaan, zonder dat het beroep inhoudelijk nog moest worden beoordeeld.  Deze zienswijze werd o.m. afgeleid uit de letterlijke tekst van de wet en uit het prerogatief van het O.M. (en niet van de verdachte zelf) om de strafvordering op gang te brengen.

In andere arrondissementen werd de nieuwe verkeersprocedure echter wel aanvaard en spraken de Rechters zich wel reeds uit over de gegrondheid van de beroepen.

Hoog tijd voor het Hof van Cassatie om zich over de kwestie uit te spreken.  Dit gebeurde bij arrest van 1 juni 2021 (P.21.0325.N, www.juportal.be), op cassatieberoep van de Procureur des Konings bij de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen en dit tegen een vonnis van de Correctionele Rechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen d.d. 15 januari 2021.

Het Hof van Cassatie oordeelde eenvoudig gezegd:

  • Dat het uitvaardigen van een betalingsbevel en de daaropvolgende procedure de strafvordering niet in werking stelt.  De Politierechter (of de beroepsrechter) neemt dan ook geen kennis van de strafvordering.
  • Dat de Politierechtbank (of beroepsrechter) enkel mag/moet onderzoeken:
    • Of het beroep voldoet aan de tijds- en vormvoorwaarden.
    • Of de voorwaarden van een betalingsbevel en de kennisgeving ervan zijn verenigd.
    • Of de feiten op grond waarvan het bevel is uitgevaardigd bewezen zijn, of die feiten kunnen worden toegerekend aan de betreffende persoon en of de in het bevel gevraagde geldsom wettig is.
  • Dat de Politierechter (of beroepsrechter) enkel kan besluiten:
    • Dat het beroep onontvankelijk is, waardoor het betalingsbevel uitvoerbaar wordt.
    • Dat het beroep ontvankelijk maar ongegrond is, wat er eveneens toe leidt dat het betalingsbevel uitvoerbaar wordt.
    • Dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, wat als gevolg heeft dat het betalingsbevel als onbestaande moet worden beschouwd.  Het is dan aan de Procureur om te besluiten of nog verdere stappen worden ondernomen of niet.
  • Dat de interpretatie die in de Antwerpse Rechtbanken werd gevolgd strijdig is met de wetsgeschiedenis, de bedoeling van de wetgever en aan de nieuwe procedure elke zin zou ontnemen.

Het is dus duidelijk dat enkel een controle van het betalingsbevel door een Politierechter of Correctionele Rechter wordt beoogd (het bevel wordt aanvaard of als onbestaande beschouwd).

Vermits de strafvordering niet aanhangig wordt door een hoger beroep zijn de mogelijkheden beperkt: er lijkt enerzijds voor de Rechter bijvoorbeeld geen mogelijkheid om bovenop de geldsom vermeld in het betalingsbevel een rijverbod op te leggen, maar anderzijds lijkt het voor de beklaagde bijvoorbeeld ook niet mogelijk om (probatie)uitstel of een opschorting te vragen.

Men dient zich van één en ander bewust te zijn bij het betwisten van een dossier tot voor de Politierechtbank en eventueel Correctionele Rechtbank, waarbij de geriskeerde sommen veel hoger liggen dan bij de onmiddellijk inning die wordt uitgeschreven vlak na de vaststelling van een inbreuk.

Voor verdere informatie of bijstand kan u ons kantoor uiteraard steeds contacteren.

Wenst u meer informatie?

Een persoonlijk gesprek is daarvoor de meest geschikte manier. Zo krijgt uw probleem de aandacht dat het verdient en blijft de discretie waaraan we veel belang hechten gewaarborgd. 

U kan dan ook steeds telefonisch een afspraak maken of ons contacteren via e-mail of het contactformulier.

Edward Pecherstraat 34-36,
2000 Antwerpen

Telefoon kantoor: 03 237 43 10
Muriel Dal: 03 440 97 57
Fax:
03 237 66 55

De contactgegevens van onze advocaten vindt u hier